Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [19]den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en [20]tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is [21]de tweede dood. 19. Deze worden hier gesteld tegen degenen waarvan in vs.7 is gezegd, dat zij overwinnen, namelijk kloekmoedig en standvastig alle zwarigheden, die hun om de belijdenis van het Evangelie overkomen; zie Rom.8:37. Deze vreesachtigen dan zijn die in den tijd der vervolging en verdrukking uit vrees afwijken; Matth.13:21. 20. Of venijngevers. 21. Zie hfdst.20 vs.14.